Warmteopslagcapaciteit

De warmteopslagcapaciteit is van belang bij diverse soorten verwarming. Er zijn enkele vormen van verwarming, bijvoorbeeld verwarming middels aardwarmte, waarbij warmte tijdens warme dagen wordt opgeslagen in de grond en tijdens koude dagen weer wordt opgehaald en wordt gebruikt om de woning te verwarmen. Hier wordt er een zogenaamde warmtepomp voor gebruikt.

Voor welke typen verwarming is de warmteopslagcapaciteit relevant?

Aardwarmte werkt middels een buffer. In de zomer wordt deze buffer vergroot door warmte uit de omgeving in de buffer te stoppen, in de winter wordt de buffer geleegd door de warmte te gebruiken voor de opwarming van het te verwarmen pand, bijvoorbeeld een woning.

Hoe werkt de warmteopslagcapaciteit?

De werking van aardwarmte is ongeveer vergelijkbaar met die van een CV ketel. In de zomer is het bovengronds vaak warm, en wordt een bepaalde vloeistof in de buizen van het aardwarmte systeem verwarmd. Deze warmte wordt op die manier overgebracht naar de diep gelegen opslag van de aardwarmte. Op deze manier wordt de opslag langzaam maar zeker opgewarmd. In de winter wordt het proces omgedraaid, en wordt de warmte in de opslag gebruikt om de vloeistof in de buizen juist op te warmen zodat de woning of het gebouw weer kan worden verwarmd.

Deze opslag heeft een bepaalde warmteopslagcapaciteit, wat aangeeft hoeveel warmte er precies kan worden opgeslagen. Het mag voor zich spreken dat een groot gebouw een grotere buffer nodig heeft dan een willekeurige tussenwoning. Zo heeft bijvoorbeeld het Rijksdag-gebouw in Berlijn de beschikking over een grote warmtepomp die veel warmte op kan slaan. Bij een dergelijk gebouw kan dat efficiënt zijn, maar voor doorsnee woningen is een kleine installatie vaak al voldoende.

Zie:
– Warmtepomp